ANALYSE – In 2016 werd duidelijk dat een politieke strategie die geen alternatieven biedt, niet meer werkt. Je kunt niet steeds tegen kiezers zeggen dat ze iets moeten doen waar ze geen zin in hebben, want anders…
Gevestigde politieke partijen hebben een gevaarlijk spel gespeeld – ze hebben situaties gecreëerd waarbij werd gedaan alsof de enige acceptabele keuze datgene was, waar elites zelf vóór waren. Dit alles in de hoop dat kiezers onder druk zouden instemmen met wat een elite wilde.
Maar kiezers zijn in opstand gekomen tegen de politiek-zonder-keuzes. Ze hebben het ondenkbare omarmd: Brexit, de nee-stem bij het Italiaanse referendum voor staatshervorming, de keuze voor Donald Trump.
Je kunt je boos maken over keuzes van anderen. Maar je kunt ook boos worden op regeringsleiders en aanvoerders van gevestigde partijen. Die hebben stemmers laten kiezen tussen het onverkwikkelijke en het absurde.
Steeds meer Europa, of je het leuk vindt of niet
De officiële lijn van de Europese Unie is al decennia lang gericht op steeds nauwere samenwerking – een integratie die in de loop van de tijd almaar sterker wordt. Maar het idee van complete integratie is niet uitgesproken populair bij kiezers.
Een belangrijk punt van verzet betreft het idee van een 'transferunie' via fiscale overdrachten tussen Europese landen en regio's - dit is overigens juist de lijm die de Verenigde Staten bijeen houdt.
Burgers uit rijkere Europese landen vermoeden (terecht) dat fiscale integratie neerkomt op blijvende overdracht van belastingopbrengsten van rijkere naar armere landen. En burgers van armere landen vermoeden (eveneens terecht) dat Duitsland en andere rijke landen politieke zeggenschap opeisen over interne aangelegenheden in ruil voor die fiscale integratie.
De euro is een instrument van de politiek-zonder-alternatieven
Het alternatief voor fiscale overdrachten van het ene gebied naar het andere, is de beschikking over een eigen, nationale munt. Een land dat in recessie verkeert, kan z'n eigen valuta devalueren, zodat reële lonen en prijzen dalen en de export competitiever wordt.
Binnen de eurozone zijn wisselkoersaanpassingen niet mogelijk. Asymmetrische economische schokken kunnen niet met wisselkoersbeleid of fiscaal beleid (vanwege de Europese begrotingsregels) worden aangepakt.
Bij afwezigheid van deze aanpassingsmogelijkheden zijn landen in Zuid-Europa sinds de kredietcrisis van 2008 behoorlijk in het slop geraakt - ze zijn in ieder geval veel harder geraakt dan landen als Duitsland.
Dit probleem was te voorzien. En de elites die het voorzagen, hadden ook een oplossing klaar: méér Europese integratie. Zonder fiscale overdrachten zou de euro niet goed kunnen functioneren. Maar omdat de euro zelf heel lastig ontrafeld zou kunnen worden, zou Europa geen andere keuze hebben dan méér fiscale integratie.
Politiek zonder keuzes werkt slecht in de eurozone
In rijkere eurolanden is, weinig verrassend, verzet ontstaan tegen het soort fiscale overdrachten dat de eurozone nodig heeft om te overleven. Dit probleem kun je samenvatten als "Wat hebben de Nederlanders te winnen?"
Dit laat onverlet dat de rijkere eurolanden in specifieke gevallen hebben ingestemd met steunoperaties voor kwakkelende staten, op momenten dat het echt niet anders leek te kunnen.
Een bekend voorbeeld is de Griekse crisis. Noord-Europese banken bezaten veel Griekse overheidsschuld, dus moesten andere eurolanden Griekenland steunen om een catastrofale bankencrisis te voorkomen. Een operatie die overigens niet goed was voor de populariteit van Griekenland in andere eurolanden.
Maar niet alleen rijkere landen lijden onder de politiek-zonder-alternatieven. Duitsland en andere eurolanden hebben strikte voorwaarden verbonden aan financiële steun. De achterblijvers in de eurozone moeten zich houden aan een fiscaal dieet en economische hervormingen doorvoeren.
In 2011 moesten Italië en Griekenland een mandaat geven aan technocratische regeringen die acceptabel waren voor Duitse schuldeisers. Dat was noodzakelijk om toegang te houden tot kapitaalmarkten, maar het voelde voor burgers in Italië en Griekenland niet echt democratisch.
Het is niet verrassend dat burgers in heel Europa boos zijn en het idee hebben dat ze geen invloed hebben op de manier waarop ze worden geregeerd. Waarom zou je gevestigde partijen steunen die situtaties schiepen, waarin er geen andere mogelijkheid was dan zaken te accepteren die burgers eigenlijk niet wilden?
Het kan ook geen verrassing zijn dat Europese kiezers hun toevlucht nemen tot wanhopige acties om controle te krijgen over het nationale politieke beleid van hun land.
Amerikaans migratiebeleid laat geen keuzes
In de Verenigde Staten zijn elites bij zowel de Democraten als de Republikeinen voorstander van een liberaal migratiebeleid, waarbij grote aantallen laaggeschoolde werknemers worden toegelaten tot het land.
Liberale politici beroepen zich bij het migratiebeleid op een combinatie van humanitaire, lokaal-politieke en demografische argumenten. Conservatieve politici willen vooral voldoende aanvoer van laaggeschoolde werknemers, zodat bedrijven de loonkosten laag kunnen houden.
De federale regering heeft de facto al decennia lang een liberaal migratiebeleid gevoerd door te weigeren om migratiewetten te handhaven - niet alleen door toe te staan dat migranten illegaal de grens oversteken, maar ook door niet goed bij te houden of visa verlopen zijn en door een lakse houding tegenover bedrijven die mensen illegaal in dienst hebben.
Het resultaat is dat er ongeveer 12 miljoen personen illegaal in de Verenigde Staten wonen.
Voorstanders van de hervorming van migratieregels wijzen er terecht op dat massale uitzetting van illegalen praktisch heel lastig is en humanitair gezien een ramp zou zijn. Velen hebben inmiddels nauwe banden met de Verenigde Staten. Ofwel: de enige mogelijkheid is om een groot deel van de illegale migranten te laten blijven.
Echter, deze situatie-zonder-alternatief is ontstaan door bewust beleid van politieke elites die hebben gekozen voor hoge immigratie. Effectieve handhaving van regelgeving in een eerder stadium zou Amerikaanse kiezers een keuze hebben gegegeven met betrekking tot het soort migratiebeleid dat ze willen.
Gelet op deze voorgeschiedenis kun je de vraag stellen: waarom zouden kiezers vertrouwen op een nieuw migratiebeleid, als dat alleen maar gebaseerd is op de belofte dat wetten de volgende keer wel gehandhaafd zullen worden?
Kiezers in opstand tegen politiek-zonder-keuzes
In 2016 zag je telkens hetzelfde patroon. Het belangrijkste argument tegen de Brexit ging niet over de meerwaarde van de Europese Unie, maar berustte op het idee dat het vertrek uit de EU grote economische schade zou aanrichten.
Het belangrijkste argument om vóór Hillary Clinton te stemmen, de op één na minst populaire partijkandidaat voor het Amerikaanse presidentschap in de geschiedenis, was dat Donald Trump onacceptabel zou zijn als president.
Italië's referendum voor staatshervorming werd gekoppeld aan de noodzaak om een nieuwe bankencrisis te voorkomen.
Kiezers hebben telkens duidelijk gemaakt dat ze, als het erop aan komt, wel degelijk een keuze hebben in situaties waar ogenschijnlijk maar één optie reëel is. Ze hebben de gevestigde orde uitgedaagd.
Zelf denk ik dat de gevestigde orde geen spelletje heeft gespeeld door te wijzen op het gevaar van bepaalde keuzes, vooral als het gaat over Donald Trump. Amerikaanse kiezers zouden wel eens van een koude kermis thuis kunnen komen.
Maar de gevestigde orde moet ook door schade en schande wijzer worden. Als je een verschrikkelijk alternatief wilt voorkomen, biedt mensen dan iets aan dat ze bevalt. Zeg niet dat de enige reële optie datgene is, wat jij graag wilt.